Kastelen

Kastelen in Houten – Houten

Mottekasteel

Vanaf de late middeleeuwen verschijnen er kastelen in Houten. In eerste instantie gaat het om mottekastelen. Een motte is een kleine heuvel met daarop een houten verdedigingswerk. Rond de heuvel loopt een omheining van palen en een gracht en in sommige gevallen een dubbele gracht. Doel is bescherming te bieden tegen een ridder op een paard.

Van de mottekastelen zijn weinig sporen teruggevonden en de heuvel is doorgaans verdwenen. Het mottekasteel van ’t Rondeel is de voorloper van kasteel Wulven en de dubbele gracht is nog zichtbaar in het landschap. Andere mottekastelen stonden in ’t Goysedorp, Schalkwijk en in Oud Wulven

Kastelen in Houten – Houten
Restanten van een mottekasteel zijn nog zichtbaar

Komst van de stenen kastelen

Halverwege de 13e eeuw wordt er met steen gebouwd. Grote kastelen als Ten Goye, Schalkwijk, Schonauwen en Wulven verschijnen. Kasteel Ten Goye is daarbij het oudste kasteel. Ook verschijnen er woontorens.

De kastelen worden gebouwd met kloostermoppen, die vaak ter plaatse worden gebakken. Deze kastelen staan met uitzondering van Kasteel Ten Goye in de ontginningsgebieden waar klei en grachtwater aanwezig is. De eerste kloostermoppen rond het jaar 1200 zijn in onze regio 32x16x8 centimeter groot. Elke eeuw worden ze een centimeter kleiner. Hierdoor is ongeveer het bouwjaar van een kasteel globaal te bepalen.

Vanaf ongeveer het jaar 1360 worden ronde torens populair. Reden is dat een kogel op een ronde verdedigingstoren eerder afketst dan op een vierkante toren.

Niet alle kastelen in Houten hadden een militaire toepassing. Vaak ging het om een stenen huis, dat hooguit bescherming bood tegen rondtrekkende rovers. Het is dan ook niet altijd duidelijk wat in de schriftelijke bronnen precies met een ‘burg’, ‘berg’ of ’toren’, ‘steen’ of ‘huis’ wordt bedoeld. De naam kasteel is sinds de 17e eeuw in gebruik.

Kasteeleigenaren raken in de 14e eeuw regelmatig betrokken bij oorlogshandelingen. Als straf wordt na afloop door de winnaar het kasteel van de tegenstander vernield. Soms al zo snel dat we nooit meer de locatie van het kasteel hebben teruggevonden. Een voorbeeld is kasteel Blommesteyn (Bloemenstein), maar ook kasteel Grijpestein. Sommige kastelen worden herbouwd.

Ridderhofstad

In oktober 1536 krijgen enkele kastelen de vermelding ridderhofstad. Reden zijn de plannen tot de invoering van huisgeld (soort OZB), waarbij de gedachte was dat de adel die meevocht in oorlogen dit niet hoefde bij te dragen. Bovendien kwam de eigenaar van het kasteel in aanmerking om bij een vacature plaats te nemen in de Staten van Utrecht.

Om ridderhofstad te worden moest de eigenaar van adel zijn, moest het huis een gracht en ophaalbrug hebben en was er een boerderij bij het kasteel. Ridderhofsteden worden Schalkwijk II, Vuijlcop, Wulven, Schonauwen en Heemstede I. Vuijlcop komt in 1538 in aanmerking na het aantekenen van bezwaar. Uiteindelijk wordt deze belasting niet ingevoerd en verschijnt er een grondbelasting (oudschildgeld), waardoor ook de eigenaren van de ridderhofsteden meebetalen.1

Buitenplaatsen

Vanaf de 17e eeuw zien we dat kastelen verder veranderen in buitenplaatsen. Door de komst van zwaardere wapens, zijn de kastelen niet meer onneembaar en minder functioneel. De nieuwe eigenaren zijn stedelingen zijn ook minder oorlogszuchtig, dan de kasteelheren uit de middeleeuwen. Regelmatig is het kasteel niet meer dan een zomerhuis. Ze laten soms flinke tuinen aanleggen.

Sommige kastelen worden compleet herbouwd, zoals bij kasteel Wulven, kasteel Oud-Wulven en kasteel Heemstede het geval is. De nieuwe buitenhuizen krijgen vensters en andere luxe. Toch proberen de eigenaren het buitenhuis zoveel mogelijk als een kasteel te laten uitzien. Zo zien we Schonauwen en Wulven lange tijd een hoofdgebouw met voorburcht hebben, maar is het hoofdgebouw voorzien van vensters.

Kasteel Schonauwen rond 1750
Kasteel Schonauwen in de 18e eeuw is een buitenhuis met een voorburcht

Sloop van de kastelen

Rond 1800 blijken veel kastelen in Houten in slechte staat te zijn. Door de Franse bezetter was de adel ook vleugellam gemaakt en was er minder geld voor renovatie. Sommige kastelen worden opgekocht en direct gesloopt. Dit gebeurt in de 19e eeuw met Wulven en grotendeels met Schonauwen. De materialen van de kastelen zijn te gebruiken voor andere doeleinden. Kastelen in Houten die gedurende langere tijd een grotere betekenis hadden zijn Ten Goye, Wulven en Schalkwijk.

Overzicht kastelen in Houten

Hieronder een overzicht van de kastelen en buitenplaatsen van de gemeente Houten. Niet altijd is duidelijk wanneer sprake was van een kasteel of een buitenplaats/versterkt huis/boerderij.

BlasenburgTull en ’t WaalMogelijk kasteelVerdwenen
BlommesteynHonswijkKasteelVerdwenen
GrijpesteinTullMogelijk een kasteelNu boerderij
Heemstede IJutphaasKasteel*Verdwenen
Heemstede IIHoutenBuitenplaatsAanwezig
HindelopenHoutenBuitenplaatsVerdwenen
’t Rondeel
/Kersberg
HoutenMottekasteelVerdwenen
LeijenburgHoutenHofstede of buitenplaatsVerdwenen
MarckenburgSchalkwijkKasteelVerdwenen
Oud WulvenHoutenMottekasteel /KasteelVerdwenen
Schalkwijk ISchalkwijkKasteelVerdwenen
Schalkwijk IISchalkwijkKasteel*Verdwenen
Ten Goye’t GoyMottekasteel /KasteelVerdwenen
SchonauwenHoutenKasteel*Aanwezig
VreedborgHonswijkTijdelijk kasteelachtig bolwerkVerdwenen
VuylcopSchalkwijkKasteel*Aanwezig
Wickenburgh’t GoyBuitenplaatsAanwezig
Westenstein’t GoyMottekasteel/Stenen huisVerdwenen
WulvenHoutenKasteel*Verdwenen
ZorgvlietHoutenBuitenplaatsNu boerderij

*Ridderhofstad


Noten

  1. Adel en ridderschap in Utrecht (2023) – Renger E. de Bruin ↩︎

Deze pagina is gewijzigd op 16 juli 2025