
Na het verdwijnen van het graafschap Opgooi tussen 1232 en 1245 (bron), is er sprake van het ‘gerecht van Goye’. De rechtsmacht is in handen van de Heren ten Goye, maar in 1305 gaat deze over naar de Heren van Cuyk en die het gerecht weer op hun beurt in leen hadden van de bisschop in Utrecht.
Dit gerecht bevatte het grondgebied rond het huidige Houten en ’t Goy. Werkhoven, Wijk bij Duurstede Cothen en Odijk vielen daar niet onder. Ten Goye had hier geen bezittingen en in de praktijk er al zo’n honderd jaar niets meer te vertellen (bron).
In 1327 verkoopt de heer van Cuyk het gerecht aan graaf Willem III van Holland. Het kasteel Ten Goye wordt ook opgedragen aan de Hollandse Graaf.
De hogere en lagere rechtsmacht was in de praktijk in handen van Margriet van Goye en die gaf het weer door aan Gijsbert van Goye. Na haar dood krijgt Gijsbert de rechtsmacht, gevolgd door zijn zoon en later dochter. Zijn dochter trouwt halverwege de 14e eeuw met de heer van Vianen, waarna de Goyse bezittingen (kasteel en gerecht) via een huwelijk in Vianen komt. In 1397 gaat het gerecht ’t Goy over naar de Heren van Abcoude. Nadat de laatste Heer van Abcoude sterft, valt op 6 februari 1459 het gerecht automatisch terug aan de bisschop van Utrecht.
Gerecht ’t Goy en de parochie Houten
In de Middeleeuwen spreekt men tot 1400 over het gerecht ’t Goy en over de parochie Houten, maar dit was ongeveer hetzelfde gebied (bron). Aan het eind van de middeleeuwen was ook de parochie ’t Goy ontstaan als afsplitsing van de Houtense parochie. Het gerecht blijft wel één geheel.
Samenvoeging
In 1528 komt de macht van de bisschop te vervallen. Stadhouder Antoon I van Lalaing neemt het bestuur over. Op 3 april 1530 krijgt het gerecht ’t Goy en Houten schepenrechtspraak. Naast de schout zijn er schepenen. Na een chaotische periode rond 1577 valt in 1581 het gerecht Houten en ’t Goy direct onder de Staten van Utrecht.
In 1652 koopt Philibert van Tuyll van Serooskerke (ambachtsheer gerecht Wulven) stukken van het gerecht, zodat de waterhuishouding van Wulven kan worden verbeterd.
In 1714 wordt het gerecht Houten en ’t Goy door de Staten van Utrecht geveild en verkocht voor 13.000 gulden aan Jasper van Lynden (bron).
Van Lynden woont in Zorgvliet en was al ambachtsheer van het gerecht Oud-Wulven en Waijen. In 1724 blijken er zeven schepenen in Houten te zijn. Na het overlijden van Van Lynden (ergens rond 1732) komt het gerecht in het bezit van de familie van der Capellen.
Uiteindelijk wordt Gerlach Theodorus van der Capellen eigenaar van het gerecht Houten en ’t Goy. Na zijn overlijden op 12 oktober 1805 komt in 1812 Houten in het bezit van zijn zwager baron Jacob Jan van Hangest d’Ivoy. Alleen is dan al de gemeente Houten ontstaan en heeft deze baron weinig te vertellen.

Eigenaren gerecht Houten en ’t Goy
13e eeuw | Geslacht ten Goye – in onderleen van Van Cuyk, in leen van de bisschop van Utrecht |
1327 | Geslacht ten Goye – in onderleen van Holland, in leen van de bisschop van Utrecht |
1350 | Geslacht van Vianen – in onderleen van Holland, in leen van de bisschop van Utrecht |
28-5-1397 | Heren van Abcoude – in onderleen van Holland, in leen van de bisschop van Utrecht |
1459 | Bisschop van Utrecht |
1530 | Staten van Utrecht, landsheerlijke tijd |
1581 | Staten van Utrecht |
24-3-1714 | Jaspar van Lynden |
1732 | Alexander Hendrik van der Capellen (al sinds 17 september 1731 onofficieel) |
5-7-1740 | Evert Cornelis van der Capellen |
24-10-1759 | Gerlach Theodorus van der Capellen |
Schout
De eigenaren van het gerecht werden ondersteund door een schout.
Wie waren de schouten van het gerecht ’t Goy en Houten?
Deze pagina is gewijzigd op 6 december 2020