In de 11e eeuw wordt de komgrond ten westen en noorden van het dorp Houten ontgonnen. Dit begint rond 1025 en duurt voort tot in de 13e eeuw. De komgrond vormt een natuurlijke grens tussen de graafschappen Opgooi en Utrecht. De ontginningen worden uitgevoerd door de families Ten Goye (Opgooi) en Van Wulven (ministralen Utrecht).
Het gerecht Wulven omvat in eerste instantie de delen van de ontginning die door de Van Wulvens zijn ontgonnen. Maar al vrij snel valt het gerecht Wulven uit elkaar in de gerechten Oud-Wulven, Wayen en Wulven. De tienden (belastingen) lijken dit niet te volgen. Het nieuwe gerecht Wulven dat uit de polder Wulverbroek bestaat lijkt te worden bestuurd vanuit een mottekasteel ’t Rondeel. Het gerecht Wulven is dan ook in het jaar 1150 al aanwezig.
Daarnaast laat de Utrechtse bisschop in de Wulverbroek vier boerderijen met land langs de Heemsteedsedijk bouwen voor zijn vertrouwelingen. Deze boerderijen vormen minibgerechten en is later de start voor het gerecht Heemstede.
Herindeling Nieuwe tijd
Van de latere gerechtsgrenzen is meer bekend. Zo staat kasteel Wulven in eerste instantie in de polder Nederkamp, buiten het eigen gerecht. Maar door de grond rond dit kasteel toe te voegen ten kostte van het gerecht Houten en ’t Goy wordt dit opgelost.
Op 2 december 1652 volgt een nieuwe gebiedsuitbreiding. De toenmalige eigenaar Philibert van Tuyll van Serooskerke doet dit vanwege waterkundige redenen en had al veel rechten in Nederkamp en Overmaat. Daardoor vallen ook delen van de huidige wijken De Campen, De Slagen en De Poorten ook onder het gerecht Wulven. Toch is het gerecht Wulven uiteindelijk een gerecht met rommelige grenzen, dat voornamelijk het waterschap Wulven volgt.
De eigenaar van het kasteel, is ook gerechtsheer. Het gerecht Wulven is in latere tijden doorverkocht aan verschillende rijke stedelingen. In de Franse Tijd is het gerecht opgegaan in de gemeente Oud-Wulven, dat grotendeels het oorspronkelijke gerecht Wulven omvatte.
Het gerecht viel voor de katholieken onder Utrecht, voor de protestanten onder Houten.
Eigenaren gerecht Wulven
| Datum | Eigenaar |
| 1296 | Ernst II van Wulven |
| Tussen 1297 en 1303 | Jutte van Wulven (vrouw) |
| 19-12-1314 | Mabelia van Wulven (dochter) |
| 25-4-1354 | Ernst IV van Wulven (zoon) |
| 14-11-1361 | Clementina van Wulven (dochter) |
| 14-10-1362 | Herman van Lokhorst (echtgenoot) |
| 15-12-1372 | Herman van Lokhorst, noemt zich Herman van Wulven (zoon) |
| 1393 | Balthasar van Buren (schoonzoon) |
| 10-11-1435 | Lutgaarde van Buren (dochter) |
| 1452 | Jan van Renesse (zoon) |
| Rond 1465 | Jan van Renesse (vader) |
| 10-3-1492 | Jan van Renesse (zoon) |
| 16-8-1536 | Jan van Renesse (zoon) |
| 5-11-1537 | Jan van Renesse (broer) |
| 1553 | Jan van Renesse (zoon) |
| 1584 | Jan van Renesse van Wilp (neef) |
| 26-5-1592 | Wouter van Oudshoorn |
| 7-2-1625 | Michiel van Oudshoorn (zoon) |
| 20-6-1631 | Andries Boccart (zwager) |
| 20-6-1631 | Philibert van Tuyll van Serooskerken |
| 8-8-1661 | Hieronymus van Tuyll van Serooskerke (zoon) |
| 1-3-1678 | Philibert van Tuyll van Serooskerke (zoon) |
| 5-10-1696 | Pieter Paget de Bragard |
| 19-5-1719 | Hendrik van der Graeff de Vapour (neef) |
| 18-10-1724 | Hendrik van der Graeff de Vapour (zoon) |
| 16-9-1779 | Adriana de la Barre (partner) |
| 17-4-1780 | Johanna Helena van der Graaf de Vapour (schoonzus) |
| 28-3-1791 | Adriana Hendrika van der Graaf de Vapour – Verboom |
