
Inhoud
Utrecht krijgt in november 1905 de eerste elektriciteit van de elektriciteitscentrale op de Nicolaas Beetsstraat. De locatie naast de spoorlijn was gekozen vanwege de aanvoer van kolen. Een half jaar later waren de eerste straten voorzien van elektrische straatverlichting en reed er een elektrische tram door Utrecht.1 Het zou nog 16 jaar duren voordat Houten en Schalkwijk een elektriciteitsnet kregen.
Dankzij de PUEM worden in 1921 de plannen voor elektriciteit serieus. De dorpen in de provincie krijgen het aanbod om aangesloten te worden op het provinciale elektriciteitsnet. Houten en Schalkwijk grijpen deze kans en er wordt per gemeente een gemeentelijk elektriciteitsbedrijf opgericht.
Komst elektriciteit naar Houten
Op 29 maart 1921 besluit de gemeenteraad van Houten tot elektrificatie van de gemeente en de oprichting van het gemeentelijk energiebedrijf. Ook Oud-Wulven zou worden aangesloten, maar uiteindelijk gebeurt dit niet. ’t Goy wordt eveneens niet aangesloten.

De stroomkabel van 10.000 Volt komt uit Odijk en ligt in de grond langs de huidige Vlierweg. Deze wordt aangesloten op het transformatorhuisje dat achter het gemeentehuis is gebouwd. Het is een huisje van metselwerk met ijzeren deuren. Op 13 mei 1921 wordt de bouwvergunning verleend.
Vanuit het transformatorhuisje wordt het gemeentelijk laagspanningsnet gevoed. Deze heeft een spanning van 220 Volt. Gerekend wordt bij de start op minimaal 90 aansluitingen in Houten en uitgroei naar 130 in de eerste vijf jaren.
In juni 1921 beginnen de werkzaamheden voor de aanleg van het elektriciteitsnet. Langs de wegen in het dorp en de Houtensewetering verschijnen palen in de straat. Sommige palen krijgen een lamp, zodat er openbare elektrische verlichting is. Een huis ombouwen kost 40 gulden. Het gemeentehuis kost 55 gulden.
Op 11 september 1921 brandt de elektrische verlichting voor het eerst tijdens de kerkdienst in de NH kerk op de Brink. Het vermogen wordt uitgedrukt in de eenheid kaars. Er hangen in de kerk lampen van 1000 kaars.
Verlichting en beweegkracht
Elektriciteit kan worden afgenomen voor verlichting en voor beweegkracht. Deze laatste is stukken goedkoper. Vrijwel direct na de komst van het elektriciteitsnet, krijgt wagenmakerij Verweij een lintzaag. Deze eerste elektrische machine wordt nog steeds gebruikt. In juli 1923 opent de Houtense veiling met een elektrische afmijnklok.

In de zomer van 1922 valt de elektrische verlichting regelmatig uit. De takken van de bomen blijken de bovengrondse elektriciteitsdraden te storen. Na snoeiwerkzaamheden zijn de storingen achter de rug.
Openbare verlichting
Tot de komst van elektriciteit worden lantaarns met petroleum of raapolie gevuld. Elke avond komt er een lantaarnopsteker langs, die de verlichting aandoet.
Herberg De Zwaan in Houten heeft aan de gevel al in 1852 lantaarns hangen (één van de weinige plekken) die door de lantaarnopstekers wordt ontstoken.2 In Schalkwijk is de eerste openbare verlichting te vinden bij het station vanaf 1869.3
Met de komst van elektriciteit naar Houten krijgen enkele elektriciteitspalen ook een lamp die kan dienen voor de openbare verlichting. Op onderstaande foto is de paal te zien die stond op de Burgemeester Wallerweg inclusief verlichting.
Overname door PUEM in 1924
Enkele jaren later na de komst van elektriciteit in Houten wordt het Schalkwijkse (1923) en Houtense (1 januari 1924) gemeentelijke elektriciteitsbedrijf verkocht aan de PUEM. Een van de reden is dat onderhoud en stormschade teveel zou kunnen kosten. Ook nam de waarde van het elektriciteitsnetwerk af en kon de PUEM uitbreidingen realiseren, die de gemeente niet zou kunnen. De verkoop aan PUEM levert de gemeente Houten 35.812 gulden op, die direct wordt gebruikt om een lening af te lossen.

Elektriciteit buiten Houten
In 1930 volgt uitbreiding van het netwerk naar de buitengebieden. Het Folmina-Paviljoen aan de Oudwulfseweg krijgt in 1930 elektriciteit. Eind 1930 krijgt ’t Goy elektriciteit via de Poeldijk. In eerste instantie worden aangesloten: de kerk, twee scholen, 14 boerderijen en 33 woningen. De Nachtdijk, een deel van de Tuurdijk en het gebied tussen Loerik en ’t Goy blijven verstoken.
In 1944 vraagt een aantal bewoners langs de Beusichemseweg een Oostrumsdijkje (ter hoogte van de huidige wijk De Mossen) om een aansluiting op het elektriciteitsnet. De PUEM laat weten geen materialen te hebben om het te kunnen aansluiten.
In 1951 vanuit Jutphaas de polder Vuijlcop van elektriciteit voorzien. Hierbij wordt de Heemsteedseweg ook voorzien van aansluitingen. De Houtensewetering had vanaf 1921 al elektriciteit. Ook wordt een elektriciteitskabel doorgetrokken naar het veer bij Beusichem.
In 1953 wordt een nieuwe poging ondernomen door de bewoners van de Beusichemseweg. Het gebied dat nu onder Houten-Zuid valt, was toen ’t Goy. In 1954 wordt dit aangelegd en krijgen de eigenaren van de huizen subsidie voor de hoge aanlegkosten. In 1956 volgt de aanleg van elektriciteit bij de boerderijen aan de Binnenweg richting Bunnik.4
In 1957 volgen de laatste huizen in de onrendabele buitengebieden van Houten. Denk aan de Zuwedijk, Kaaidijk, Kapelleweg, Schalkwijkseweg, Lekdijk en Koedijk.5 Een inwoner van de Heemsteedseweg die in 1951 de aanleg van elektriciteit vanwege financiële redenen had geweigerd, heeft in 1956 ineens geen bezwaren meer.
Komst elektriciteit naar Schalkwijk
Op 5 juli 1921 besluit de gemeenteraad van Schalkwijk tot elektrificatie van de gemeente. Bij Brink 1 komt een elektriciteitshuisje van waaruit het dorp van elektriciteit kon worden voorzien. Op 16 november 1921 worden de eerste vijftien woningen in Schalkwijk aangesloten op het gemeentelijk elektriciteitsnet.6
Komst elektriciteit naar Tull en ’t Waal
Wanneer Tull en ’t Waal elektriciteit krijgt is onbekend. Maar de gemeente trok met Schalkwijk op. Of de gemeenteraad van Tull en ’t Waal daadwerkelijk besloten heeft tot elektrificatie is onbekend. Het duurt tot 29 maart 1954 voordat de laatste woning in Honswijk elektriciteit krijgt. Hiervoor wordt een transformatorhuisje aan de Groeneweg gebouwd.
Noten
- Inventaris archief PUEM/PEGUS – J.N. van der Meulen (2007) ↩︎
- Houtense Hodoniemen – S. van Scherpenzeel ↩︎
- Schalkwijk de geschiedenis van een stichts dorp – Heijmink Liesert (1979) ↩︎
- RAZU 109-2286 ↩︎
- Diverse straatnamen lijken tegenwoordig Schalkwijks, maar betroffen in die tijd de Gemeente Houten ↩︎
- Schalkwijk de geschiedenis van een stichts dorp – Heijmink Liesert (1979) ↩︎