Coöperatieve Graanmaalderij Houten

Maalderij Houten – Houten

De Coöperatieve Landbouwvereniging/Graanmaalderij Houten en de Rabobank waren in de 20e eeuw de belangrijkste sociaaleconomische organisaties voor de Houtense gemeenschap. In de glorietijd telde de Coöperatie 225 leden uit Houten, ’t Goy, Schalkwijk, Tull en ’t Waal, Odijk en Bunnik. De Coöperatie  verzorgde de inkoop van producten die de boeren nodig hadden, zoals veevoer, kunstmest en landbouwgereedschap. Ook was er een graanmaalderij en werd de distributie van producten georganiseerd. Boeren deelden mee in de winst.

Oprichting graanmaalderij Houten

Op zaterdag 12 januari 1907 wordt in Houten een vergadering gehouden over de oprichting van een maalderij. Deze kan de korenmolen van Loerik vervangen. Voor Houten is dit nijpend, omdat de Loerikse molenaar in 1904 was overleden en geen opvolgers had.

De aanwezigen luisterden deze avond naar een spreker die werkzaam was bij de Coöperatieve Stoommaalderij te Nieuwerkerk a/d IJssel. Alle leerpunten werden objectief besproken. Zo werd duidelijk dat een stoommachine voor Houten niet aantrekkelijk was. Het opstarten van de stoommachine duurde twee uur. Een zuiggasmotor was goedkoper, maar een petroleummotor had de voorkeur schrijft de verslaglegger later in de regionale krant ‘Het Nieuws’.

Aan het eind van de avond schrijven 54 personen zich in voor de coöperatie die de maalderij zou beheren. Voordeel was dat de coöperatie neutraal terrein was; het maakte niet uit van welk geloof je was of welke politieke stroming. De maalderij gaf een impuls aan de welvaart van Houten.

Op 9 maart 1907 publiceert de Nederlandsche Staatscourant de oprichting van de Coöperatieve graanmaalderij Houten. Deze is op 22 februari 1907 opgericht. Er zijn dan 105 leden.

Maalderij Houten
Staatscourant met oprichting Maalderij Houten

Oprichtingsvergadering

Kort erna op 3 april 1907 volgt een eerste vergadering in de ‘herberg van Somer‘, waarbij een bestuur wordt gekozen. Maar liefst 10 personen nemen zitting in het bestuur. Het gaat om:

  • C. van Schaik
  • H. van Bentum
  • W.H. van Woudenberg
  • C. Vernooy
  • C. Sturkenboom
  • P.J. van Wijk
  • J. van Rossum (voorzitter)
  • W. van Dijk
  • W. van Woudenberg
  • J.J. Sturkenboom

Oplevering maalderij Houten

In september 1907 wordt graanmaalderij opgeleverd door Van Bemmel uit Oudenrijn. Het gebouw staat naast de spoorlijn bij de overweg met de Odijkseweg, vlakbij het station. Het is een beeldbepalend element in het vlakke land rondom Houten. Naast de maalderij komt in 1909 een opstelspoor waar treinwagons worden geladen en gelost. Tevens komt er een opslagloods.

In het gebouw is een zuiggasmotor aangebracht, die binnen vijf tot tien minuten kan opstarten. Dat is sneller dan de stoommachine in Nieuwerkerk a/d IJssel. In de maalderij is een maalknecht werkzaam. In de latere jaren groeit dit uit tot zo’n 18 werknemers. In 1910 is er een jaarlijkse omzet van 125.000,- gulden en in 1915 is deze gestegen naar 315.000 gulden.

Inkoopvereniging

In 1924 sluit de Coöperatie zich aan bij het Centraal Bureau in Rotterdam, dat later Cebeco gaat heten. Via deze organisatie gaan graan en maïs over de hele wereld over. Naast de Maalderij is er ook een inkooporganisatie. Boeren kunnen er spullen inkopen die ze nodig hebben voor de dagelijkse werkzaamheden.

Crisis in de jaren 30

In de jaren 20 gaat het best goed met de Maalderij, maar wanneer in 1929 de wereldhandel instort komen veel boeren in de problemen. Het ledenaantal van de Coöperatie daalt tot enkele tientallen leden.

De maalderij krijgt in 1930 een eigen benzinepomp. In 1932 wordt er een directeur aangesteld. Die stelt orde op zaken en zorgt ervoor dat er voortaan wordt onderhandeld over de inkoopprijs. De zuigmotor in de fabriek wordt een elektrische motor. Daardoor komt in de jaren 30 van de 20e eeuw de Coöperatie er weer bovenop.

Het bestuur van de Coöperatie is een afspiegeling van de bevolking: er zijn vier katholieke en drie protestantse bestuursleden. Het is een ongeschreven regel, waar geen discussie over is. Ieder bestuurslid mag drie jaar zitten. Werknemers die in 1933 in de pauze graag een balletje trappen, richten in dat jaar de Houtense voetbalclub op. Deze club groeit later uit tot S.V. Houten.

Maalderij Houten
De Maalderij Houten in de jaren 30 (RAZU 46888)

De naoorlogse jaren

Over de Tweede Wereldoorlog is niet zoveel bekend. We wordt er volgens de latere directeur Jo Groot Koerkamp illegaal gemalen voor de burgers. Na de Tweede Wereldoorlog komt de schaalvergroting op gang bij de boeren. De Coöperatie beschikt over machines die boeren kunnen inhuren. De omzet stijgt tot 800.000 gulden in 1950.

In 1950 blijken er meer silo’s nodig te zijn voor tijdelijke opslag voor de distributie van producten. Een bouwvergunning wordt aangevraagd. De gemeente Houten stelt als alternatief voor dat er bij de Trip langs het nieuwe Amsterdam-Rijnkanaal een haven komt. Om dit te financieren moet de Coöperatie dit samen doen met het in grootte vergelijkbaar bedrijf Vulto bij De Heul in Schalkwijk. Die heeft al een loswal bij de Lek en haakte af.

Afsplitsing protestanten

De Coöperatie gaat vervolgens in zee met de katholieke Algemene Boeren Tuinders Bond die grote silo’s bouwt in Utrecht. Dit betekent wel dat afscheid genomen moet worden van de Cebeco uit Rotterdam. Het protestantse deel van de Coöperatie is het hier niet mee eens en verlaat de organisatie. Zij beginnen een eigen vereniging, waarna de katholieken verder gaan. Kennelijk vindt er dan in 1952 wel een naamsverandering plaats, want onder de naam Coöperatieve landbouwvereniging wordt dan een bouwvergunning aangevraagd.

De maalderij in 1952

In 1955 wordt Jo Groot Koerkamp directeur. Hij woont in de bedrijfswoning aan de Vlierweg. Hij volgt de heer Winterink op. Het gaat goed deze jaren met de Coöperatie en kantoorruimte wordt uitgebreid en er komt een nieuwe silo. In 1956 is de omzet 1,4 miljoen gulden.

Brand in De Maalderij (1959)

Het is donderdagavond 16 april 1959 als Nederland wordt getroffen door zwaar noodweer. Onweersbuien met flink regenval trekken over. Blikseminslag is er in Houten bij een elektriciteitshuisje bij de Maalderij. Alleen in Houten duurt het nog uren voordat dit duidelijk wordt. De Maalderij brandt af. Lees verder over de brand in De Maalderij.

Herbouw

Na de brand wordt de Maalderij herbouwd. Op 1 augustus 1961 wordt deze heropend. Er is een nieuwe grotere fabriek neergezet, een nieuwe winkel en een silo. De coöperatieve landbouwvereniging draait weer volop.

Cobrand

In 1965 wordt door de coöperatieve landbouwvereniging ook de Cobrand opgericht. Die verzorgt de levering van kolen. De losplaats is aan de andere kant (westelijke zijde) van het spoor. Het is bekend dat er aardgas aankomt, maar de aardgasleiding zal de boerderijen voorlopig niet bereiken. De kolenhandel duurt tot 1990 voort. In 1966 werd een omzet van 3,1 miljoen gulden genoteerd.

Welkoop

Op 18 november 1971 opent er een vernieuwde winkel voor boeren die hier kleding en materialen kunnen kopen. Ook opent er een benzinestation. In 1978 gaat de winkel ook open voor kleingebruikers. Deze heet de Welkoop. In 1980 fuseert de Coöperatie met het Utrechtse Midland. Veel boeren worden uitgekocht en er zijn minder klanten voor de Maalderij. De fabriek sluit. De Welkoop wordt in 1983 zelfstandig. In de 21e eeuw is er een dierenarts gevestigd in De Welkoop, terwijl op de hogere etages ruimte is voor kleine bedrijven.

Voorzitter

  • 1907 – ??? – J. van Rossum
  • ??? – rond 1960 – W.A. van Wijk
  • 1960 – >1968 – A.P. van Wijk