Inhoud
Een van de meest bijzondere ambachtsheren die de regio Houten heeft gekend, was ongetwijfeld Jan Rothé. Hij was Heer van Oud-Wulven en Wayen, maar heeft waarschijnlijk weinig aandacht voor zijn gerecht gehad. Godsdienstwaanzinnige Rothé was vooral druk met de komst van een duizendjarig vredesrijk.
Jan Rothé werd op 2 december 1628 geboren als lid van een rijke invloedrijke Amsterdamse koopmansfamilie. Zijn vader Zacharias Rothé (1595-1656) was een van de bewindhebbers van de V.O.C.. Moeder Maria Bas overlijdt tijdens het kraambed. Van zijn stiefmoeder Catharina de Vlaming van Outshoorn krijgt hij bijbelles en de serieuze en gevoelige Jan ontwikkelde zich al snel tot een bijzonder persoon. Hij meende jarenlang gekweld te worden door de duivel.
Tot profeet geroepen
Rijkeluiszoontje Jan Rothé studeert vanaf 1646 in Utrecht en Leiden. In 1650 is hij hiermee klaar. In 1652, op zijn 24e wordt hij tot profeet geroepen. Hij wandelde in het Haagse Bos, toen hij het gezicht van God in een vijver zag. Hij schrijft: „Hij tot mij sprack: Ick neeme u aen tot mijn knecht om de werelt mijne oordeelen voor te dragen, gaet ende propheteert den Volcke haer oordeel“.
Direct daarna trekt Jan Rothé door de Nederlandse steden en vertelt dat Amsterdam door vuur zou worden verwoest, waarna zij een heerlijke toekomst tegemoet zou gaan. Hij stuurt brieven aan predikanten, de overheid en buitenlandse regeringen. Ook gaat hij naar Orleans waar hij een graad in de rechten haalt. Zijn knecht zei later dat hij de indruk had dat Jan Rothé of ziek, of gek, of zwak van hersenen was. Een trouwerij van Rothé gaat daarom niet door.
Vijfde Monarchist
Rothé was prediker van de Vijfde Monarchist. Deze sekte meende dat in het jaar 1666 de Vijfde Monarchie zou aanbreken en hij wilde de mensen hierop voorbereiden. In het vijfde koninkrijk zouden de tienden (belasting) worden afgeschaft, zou de wet worden hervormd, werden de armen verheven en de rijken vernederd. Er zou geen zwaar werk meer verricht hoeven te worden en hongersnood en ziekten zouden tot het verleden behoren.

Opgepakt bij aankomst
Toen Jan Rothé in 1654 overstak naar Engeland en vertelde dat “Jezus als koning op Aarde heerschen zou”, werd hij gevangen gezet. In 1658 is Rothé vrij en reist hij naar Denemarken en Pruisen. Ondertussen is zijn vader overleden en krijgt hij een erfenis van 269.000,- gulden. Een enorm bedrag voor die tijd. Ook wordt hij eigenaar van het kasteel Oud Wulven en het gerecht Oud-Wulven en Waijen.
Veel is hij daar niet, want Sir Johannes Rothé is druk met zijn reizen en voorspellingen. “Na vele catastrofen zouden Engeland en Nederland zich met alle vromen op Aarde verenigen om het rijk van de boze te vernietigen, waarna het duizendjarig rijk zou aanbreken met Amsterdam als het nieuwe Jeruzalem.”
Indruk aan het Engelse hof
Rothé weet bij terugkeer in Engeland indruk te maken op de Engelse koning en wordt in 1660 in de Engelse adelstand verheven. Hij trouwt in datzelfde jaar in Goring House, de voorloper van Buckingham Palace met Anna Hartlib. Sir John en Lady Rothé steken vervolgens het Kanaal over met een schip van de koninklijke vloot en vestigden zich op hun buitenhuis Oud-Wulven. Vanuit dit hoofdkwartier bereidt hij zich voor op het naderende duizendjarig vredesrijk. Ook zijn vriend John Dury komt mee.
In de zomer van 1661 keert hij met zijn vrouw kort terug naar Londen, waar hun zoon wordt geboren. Echter binnen enkele maanden zijn ze weer in kasteel Oud-Wulven, waar volgens een latere verklaring van het personeel hij rusteloos was en veel visioenen had.
Volgelingen Jan Rothé nemen toe
In 1668 roept Jan Rothé het volk op tot bekering. In 1672 voorspelt hij dat de Fransen en Engelsen de republiek zouden binnenvallen. Deze geslaagde voorspelling, in combinatie met het vooruitzicht van belastingverlaging in het Nieuwe Jerusalem levert hem veel aanhang op.
Rothé heeft in 1671 het huis Oud-Wulven verlaten en verkocht aan Laurens Schats. Waar hij dan uithangt is onbekend, maar vermoedelijk ergens in Holland. Na het vertrek van de Fransen uit de rest van de Republiek, trekt hij in maart 1674 met een menigte naar Noord Duitsland om daar het duizendjarig rijk te stichten. Daarbij gaan enkele gerenommeerde geleerden uit die tijd met hem mee.
Een spotprent wordt door hem achtergelaten, waar Willem III op is afgebeeld; staande op een sokkel voor het buitenhof en beschreven als een grote afgod. Familie van Rothé weet te voorkomen dat hij per verstek wordt veroordeeld.

In de zomer valt zijn aanhang uit elkaar en in augustus 1674 keert deze terug. Rothé pakt de draad weer op en schrijft brieven, bemoeit zich met strategische huwelijken en in het noodweer van 1 augustus 1674 ziet hij de hand van God. In december 1675 wordt door de Staten van Holland een prijs op het hoofd van Johan Rothé gezet. Eventjes is hij mak, maar na korte tijd is hij weer volop actief met het publiceren van visioenen die een politiek karakter hebben gekregen. Alle voorspellingen zijn angstaanjagend waarbij slangen uit de lucht vallen.
Op 8 november 1676 dringt Rothé er schriftelijk op aan een proces aan te spannen tegen Willem III wegens hoogverraad. Het gevolg is dat op 1 december 1676 de prijs op zijn hoofd wordt verhoogd tot drie duizend gulden. Rothé is een staatsvijand geworden. Zijn arrestatie volgt aan het eind van de maand.

In 1677 wordt Jan Rothé opgenomen. De familie van Rothé verzamelt verklaringen dat Rothé geestesziek was, waarbij ook de meid uit Oud-Wulven verklaart dat hij krankzinnig was. Rothé wordt onder curatele gesteld en op aandringen van zijn invloedrijke familie komt hij in 1691 vrij. In 1702 sterft Jan Rothé. Willem III sterft één dag later, nadat zijn paard over een molshoop struikelde.
Meer over Jan Rothé
- Wikipedia Johannes Rothé
- Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse letteren
- Waarschuwingspamflet uit 1668 in het Rijksmuseum
Deze pagina is gewijzigd op 11 juli 2025