Het geslacht Ten Goye

Ten Goye – Houten

Het geslacht Ten Goye was een familie uit de periode van de 11e tot en met de 14e eeuw, die in het gouw en het latere graafschap Opgooi woonde. Er is geen familieband gevonden met de Friese graaf Gerulf. Dit komt ook omdat voor het jaar 1100 de edelmannen voornamelijk met hun voornaam werden genoemd.1

11e eeuw

In de 11e eeuw komen we Rodbertus Wilhelmus van Goye van Goor (1027 – 1108) tegen2, die wordt vermeld als stadsgraaf van Utrecht. Hij wordt in 10633 genoemd en in 1081 opnieuw bij een onbekende ontginning. De Heren van Goye zijn in de 11e en 12e eeuw actief met de aanleg van kades langs de Lek in het gouw Lek en IJssel. Na de aanleg van de dam bij Wijk bij Duurstede wordt dit in een bredere samenwerking georganiseerd.

12e eeuw

Willem de Upgoye (1050 – >1122) heerst tussen 1108 en 1122. De soldaten van Willem raken slaags met de soldaten van Keizer Hendrik V die op bezoek is in Utrecht. Willem de Upgoye wordt in de gevangenis gezet en ontheven uit zijn grafelijke macht. Na de dood van Keizer Hendrik V wordt in 1126 Dirk de Upgoye graaf van Lek-en-IJssel, Opgooi en Utrecht.

Het vertrouwen in Ten Goye is bij de Utrechtse bisschop toch gedaald. Vanaf 1132 neemt het geslacht Van Cuyk het graafschap Utrecht over.4 De graafschappen Lek en IJssel en Opgooi blijven achter voor Ten Goye. Opgooi is daarbij ingeklonken, want veel domeinen in Wijk bij Duurstede, Odijk en Werkhoven waren aan de Keulse kerk geschonken.5

Vanaf 1157 heerst Willem de Upgoye (De Schele) (1110 – 1184) over de graafschappen. Hij wordt na zijn dood opgevolgd door Willem de Upgoye (1140 –1196). Vanaf 1196 neemt Walter de Upgoye (1170 – 1242) het over.

13e eeuw

Walter van Goye maakt mee dat de grafelijke titel in 1227 wordt afgeschaft. In dat jaar is er ook een geschil tussen het kapittel van St. Marie te Utrecht en Walter. Die had te weinig tienden afgedragen, omdat hij meende dat het kapittel er geen aanspraak op maakte. Walter zien we verder niet meer terug in de regio en hij vecht mee met de Duitse Orde tegen de Pruisen.

De bekendste Van Goye is Ghiselbertus heer Uten Goye (1211 – 1271). Hij krijgt in 1242 na de dood van zijn vader de leiding over Opgooi en Lek en IJssel. Direct barst de strijd over de tienden weer los, maar in 1252 erkent hij dat het kapittel van St. Marie te Utrecht toch de rechtbehebbende is.

In 1248 treedt hij in de ministerialiteit, waarmee duidelijk wordt dat ministralen en vrije edelen samensmelten.6 We hebben dan voortaan te maken met het gerecht ’t Goy en Houten. Ten Goye ziet in 1252 ook af van zijn tienden in Houten, Loerik, Westerhem, Oosterhem en nog wat locaties buiten het huidige Houten.7

In het jaar 1255 ontstaat er een strijd tussen Holland en Het Sticht. Ten Goye kiest de kant van Holland. Wanneer de strijd door Holland wordt verloren, moet Ghiselbertus Ten Goye boete doen bij de bisschop. Hiervoor gaat hij op blote voeten naar de Domkerk. Daarna loopt Ghiselbertus weer in het gareel van de bisschop.

In 1265 wordt Ghiselbertus de eerste maarschalk van Het Nedersticht. Lang blijft hij dit niet, want drie jaar later wordt hij broeder frater Ghiselbertus quondam Dominus de Goye. Hij is in 1270 en 1271 de vierde in de rij van landcommandeurs van de ridderlijke Duitse orde Balije van Utrecht.

Ghiselbertus draagt in 1268 zijn goederen over aan zijn twee zoons. Walterus (1225 – 1282) wordt heer van Goye en van Hagestein en geeft de lagere rechten van ’t Goy en Houten aan zijn broer (1225 – 1300). De een woont in kasteel Ten Goye en de ander in slot Hagestein. In 1277 wordt het graafschap Lek en IJssel verkocht en wordt alleen nog maar macht uitgeoefend over de gerechten Houten en ’t Goy en Hagestein. Op 1 juli 1278 wordt opnieuw een uitspraak gedaan over de kwestie van de tienden en krijgt het kapittel van St. Marie te Utrecht opnieuw gelijk. De strijd over de tienden is definitief beslist.

Na het overlijden van Walterus in 1282 neem zoon Giselbertus van Goye (1250 – 1300) kasteel Hagestein en de rechten over. Giselbertus geeft de lagere rechten van ’t Goy en Houten aan zijn oom Giselbertus.

14e eeuw

Vanaf 1300 is Jan Uten Goye (1277 – 1313) de belangrijkste man in Hagestein. Na zijn dood erft Margriet Uten Goye (1300 – 1333) de rechten, waarbij de lagere rechten van het gerecht ’t Goy en Houten in leen zijn bij de Goyse tak.

Giselbertus Uten Goye (1225 – 1315) is 1e burggraaf van Utrecht. Hij is erbij als in 1305 de bisschop van Utrecht alle hogere rechtsmacht naar zich toe trekt, waar hij dit kan doen. Dit wordt niet door iedereen erkend (Zo negeert de adel in Culemborg en Holland dit). Hierdoor zien we na 1305 nog steeds de hogere rechtsmacht verhuizen van eigenaar, terwijl de Bisschop van Utrecht dit aan zichzelf heeft toegeëigend.

Ghisebrecht Uten Goye (1275 – 1317) is de 2e burggraaf van Utrecht. Bij zijn aantreden in 1315 heeft hij te maken met hongersnood en onderneemt hij strooptochten door de regio. Ook roept hij de onafhankelijkheid uit over Houten en ’t Goy, Tull en ’t Waal, Gasperden en Hagestein. Nadat de bisschop is teruggekeerd, mag Ghisebrecht een verklaring afleggen en wordt hij onthoofd.

De zoon van de onthoofde Ten Goye krijgt te maken met voogden, waaronder de Heer van Culemborg. Die is meer uit op uitbreiding van zijn macht, dan op de welvaart van de zoon van Ten Goye. De bisschop besluit het Kasteel Ten Goye in te nemen en in 1317 vindt belegering plaats. Met de zwaarste wapens van die tijd wordt het kasteel overwonnen. Lang profiteert de bisschop er niet van. ’s Nachts na de overwinning sterft hij. De Culemborgers weten het kasteel terug te bemachtigen.

De zoon Ghijsbrecht Uten Goye (1300 – 1334) krijgt de lagere rechten van Houten en ’t Goy en wordt de 3e burggraaf van Utrecht. In 1322 doet Margriet van Goye afstand van diverse gerechten en goederen en een deel komt bij Ghijsbrecht Uten Goye terecht. Hij verkoopt in 1331 alle gerechten, behalve het gerecht Houten en ’t Goy.

Opvolger als 4e burggraaf is ‘Kind van den Goye’ (1325 – 1349). De naam van deze persoon is niet bekend, maar vermoedelijk zal die ook wel iets als Ghisebrecht hebben geheten. Zijn tante Katerine van Goye (1300 – 1350) wordt vermeld als 5e burggravin van Utrecht, maar is dit hooguit één jaar geweest. Daarna is het afgelopen van het geslacht Van Goye.

Wel komt Gijsbrecht van Vianen en Utengoye nog voor in 1375 als bezegelaar van de Stichtse Landbrief.

Genealogisch overzicht

naamperioderegeerperiodeopmerking
Willem ?? van Goye van Goor(1000 – ????)
Rodbertus Wilhelmus van Goye van Goor(1027 – 1108)(1081 – 1108)Stadsgraaf
Willem de Upgoye(1050 – >1122)(1108 – 1122)Raakt in onmin met de keizer
Dirk de Upgoye(1080 – 1156)(1126 – 1156)Leenman
Willem de Upgoye (De Schele)(1110 – 1184)(1157 – 1184)Graaf
Willem de Upgoye(1140 – 1196)(1184 – 1196)Graaf
Walter van Upgoye(1170 – 1242)(1196 – 1242)Graaf tot 1227
Ghiselbertus heer van Goye(1211 – 1271)(1242 – 1268)Ridder en maarschalk
Gaat klooster in

Daarna ontstaat de Hagesteinse tak en de Goyse tak. De Hagesteinse tak heeft meer rechten en bezittingen dan de Goyse tak. De Goyse tak heeft tot 1322 de lagere rechten van het gerecht ’t Goy en Houten.

Hagesteinse tak

naamperioderegeerperiodeopmerking
Walter van Goye en Hagestein(1225 – 1282)(1268 – 1284)Woont in kasteel Hagestein
Giselbertus van Goye(1250 – 1300)(1284 – 1300)Woont in kasteel Hagestein
Jan Uten Goye(1277 – 1313)(1300 – 1313)Woont in kasteel Hagestein
Margriet Uten Goye(1300 – 1333)(1313 – 1342)Woont in kasteel Hagestein

Goyse tak

naamperioderegeerperiodeopmerking
Giselbertus de Goye(1225 – 1300)(1268 – 1300)Krijgt lagere rechten van broer en neef
Giselbertus Uten Goye(1225 – 1315)(1300 – 1315)1e burggraaf van Utrecht
Ghisebrecht Uten Goye(1315 – 1317)13152e burggraaf van Utrecht. Wordt onthoofd
Ghijsbrecht Uten Goye(1300 – 1334)(1300 – 1334)3e burggraaf van Utrecht
Kind van den Goye(1325 – 1349)(1334 – 1349)4e burggraaf van Utrecht
Katerine van Goye(1300 – 1350)13505e burggraaf van Utrecht.
Tante van ‘kind van den Goye’
Henric van Vianen(1285 – 1352)1350 – 1352
Gijsbrecht van Vianen1352Noemde zich Gijsbrecht Uten Goye

De namen Giselbertus, Ghisebrecht, Ghijsbrecht en alle varianten daarop betekent “mooi kind van een edelman.” Tegenwoordig wordt deze naam voortgezet als Gijs.


Noten

  1. Adel en ridderschap in Utrecht (2023) – Renger E. de Bruin ↩︎
  2. Zijn achternaam Van Goor doet vermoeden dat dit een edelman is met roots in Twente. Mogelijk behoorde hij tot de elite die een eeuw eerder de bisschop vanuit Deventer had gevolgd. ↩︎
  3. Adel en ridderschap in Utrecht (2023) – Renger E. de Bruin ↩︎
  4. Het Kromme Rijngebied in de Middeleeuwen, pagina 382 – Dr. C. Dekker (1983) ↩︎
  5. Het Kromme Rijngebied in de Middeleeuwen, pagina 385 – Dr. C. Dekker (1983) ↩︎
  6. Adel en ridderschap in Utrecht (2023) – Renger E. de Bruin ↩︎
  7. RAZU – toegang 61- inv 20, Regesten betreffende ’t Goy en Houten, 1200-1499 – M. Kemp ↩︎

Deze pagina is gewijzigd op 15 juli 2025