In de Vroege IJzertijd verlegt de Rijn zich. De rivier stroomt niet meer door Houten, maar steeds vaker via de huidige route van de Kromme Rijn. Tijdens de Midden IJzertijd is in Houten een aantal restgeulen gevuld met water. Deze geulen zijn watervoerend en tijdens hoogwater overstromen ze.
Op de Houtense en Jutphase stroomrug komt steeds vaker bewoning voor. We zien dit vooral in het zuidoosten van Castellum, De Grassen, rond het Loerikse park, rond het Oude Dorp en bij de Tuurdijk in ’t Goy. Kenmerkend voor deze tijd zijn de zelfvoorzienende zwervende nederzettingen. Was de grond uitgeput, dan vertrokken de bewoners weer. Ook elders in de buurt zijn ijzertijd-nederzettingen aangetroffen uit deze periode. Archeologen vinden zogenaamde palenzwermen.
Nederzetting in de Grassen/Castellum
Vooral in de Grassen (parallel aan de spoorlijn) ontstaat bewoning. Boerderijen stonden hier in een open landschap in een lintbebouwing langs een restgeul. Deze geul stroomde vanaf de fietstunnel bij Het Gras door Castellum, waar veel sporen zijn gevonden uit de Midden IJzertijd. Bewoning in deze nederzetting langs de restgeul is rond 600 voor Christus begonnen.1
Een gevonden boomstamkano in Castellum bewijst dat in de geul werd gevaren. Plaatselijk was de geul 40 meter breed. In Castellum werden meerdere brugconstructies aangetroffen en in één geval was dat een brug van 8 meter lang en 1,40 meter breed uit de Midden IJzertijd. De boerderijen stonden met de achterzijde tegen de geul aan, dus aan de voorzijde zal aan beide zijden een weg hebben gelopen.
In Castellum werden sporen van rund, schaap, varken en paard gevonden. De runderen blijken
in loop van de tijd steeds groter te worden. Naast veehouderij werd er ook gevist op paling, karper en snoek. Er zijn drie visfuiken aangetroffen.
De bewoners teelden in Castellum onder andere emmertarwe en duivenbonen en verbouwden ze vlas. Ook werden onverkoolde zaden van bilzenkruid aangetroffen, een hallucinerende plant. Mogelijk werd deze plant gebruikt bij dodenrituelen en als medicijn bij pijnbestrijding.2
Ook is bij de opgraving in Castellum een plaats gevonden waar aan voorouderverering werd gedaan. Een graf van een ongeveer 40-jarige man is gevonden. Het graf is bijzonder, omdat in de IJzertijd cremeren gebruikelijk was. Archeologen spreken van een nederzetting waar een hogere sociale klasse woonde die internationale contacten onderhield.
Ten westen van de wijk De Grassen (terrein 16) worden vier slingerkogels uit de Midden IJzertijd aangetroffen, waarvan twee compleet zijn. Deze complete exemplaren zijn eivormig en 45 mm bij 30 millimeter. Ze werden gebruikt voor de jacht, maar ook voor oorlogsvoering.
Op een steenworp afstand bij de Fresiatuin en nabij de Heidetuin zijn sporen gevonden van een nederzetting uit de Midden-IJzertijd.
Nederzetting op de Jutphase stroomrug
Rond 500 voor Christus vestigden aan de oever van een vijftien meter brede restgeul van de zijrivier van de Rijn zich mensen in Tiellandt. Archeologen vonden honderden, voornamelijk kleine paalsporen. Ook werd een skelet van een veertig jaar oude man gevonden. Op een steenworp afstand was ter hoogte van de Burgemeester Wallerweg/Lobbendijk sinds 450 voor Christus bewoning.
Elders
Sporen uit de Midden IJzertijd zijn ook gevonden in ’t Goy ten noorden van de Tuurdijk, bij de Tuibrug en de Doornkade.
-500 | Nederzetting Grassen/Castellum langs restgeul |
-500 | Nederzetting Parelgras |
-500 | Nederzetting Loerik |
-500 | Nederzetting Tiellandt |
-450 | Nederzetting Oude Dorp |
-300 | Nederzetting De Tuinen |
Noten
- Opgravingen te Houten-Castellum. Bewoning langs een restgeul in de IJzertijd, Romeinse tijd en Vroege Middeleeuwen – ZAR65 (2017) ↩︎
- Van ijzertijd tot nieuwbouwwijk – Marijn Lockefeer – AWN Magazine (2020) ↩︎
Deze pagina is gewijzigd op 26 december 2024