(9.700 – 2.000 voor Chr.)
Inhoud
De Midden- en Nieuwe Steentijd beschouwen we de periode die begint na de laatste ijstijd (Weichselien) tot aan het begin van de Bronstijd.
Door het smelten van de ijskap stijgt de zeespiegel op de Atlantische Oceaan en daalt de bodem in Nederland. Engeland ligt in eerste instantie aan Nederland vast, maar geleidelijk aan loopt de huidige Noordzee vol met zeewater. De regio Houten maakte onderdeel uit van het verre binnenland en bestaat uit dekzand. Er is geen vegetatie, maar ook geen bewoning.
Vlechtende riviermassa ten zuiden van Houten
Rond 9000 voor Christus stromen rivieren als Rijn en Maas als een vlechtende riviervlakte ten zuiden van onze regio en veranderen daarbij regelmatig van vorm. Een rivierterras van de Rijn is in de ondergrond langs de Lekdijk terug te vinden. Hier is door de Rijn een pakket van 7 a 8 meter klei afgezet.
Ook loopt er in het jaar 9000 voor Christus een regenrivier vanaf de Utrechtse Heuvelrug naar het westen. Deze stroomt door het huidige Houten en komt ten westen van IJsselstein uit op de vlechtende Rijnvlakte. Eventuele sporen uit deze tijd zitten op 6,5 tot 8 meter diepte onder het maaiveld van de gemeente Houten.1
Rivieren vormen zich tijdens de Steentijd
Tussen 6000 en 5700 voor Chr. is er een aantal grote overstromingen van de vlechtende riviervlakten. Deze zijn te dateren rond de jaren 6036, 5920, 5878 en 5748 voor Christus. Ook rond 5394 is er een grote overstroming. Het is tussen 6000 en 5700 voor Christus de warmste periode van het Holoceen. De grond bestaat uit rivierklei en zand, ook wel de ‘Formatie van Echteld’ genoemd door archeologen.
Rond 5500 slijten de rivieren zich verder in. Volgens de Atlas van het Holoceen stroomt de Rijn ten zuiden van Houten naar de zee bij Gouda. Tussen het huidige Tull en ’t Waal en IJsselstein stroomde een paralleltak van de Rijn, die we De Wiersch noemen. Het uiterste noorden van Houten is een dekzandgebied. De zeespiegel is 6 tot 8 meter lager dan tegenwoordig.

Eerste menselijke activiteit
Langs de rivier De Wiersch trekken jagers en verzamelaars op zoek naar voedsel. In Nieuwegein zijn op het terrein van Het Klooster sporen gevonden van menselijk handelen. Deze rivier liep ook door het huidige Tull en ’t Waal en het Schalkwijkse Rietveld. Verder zijn in de polder bij de Lange Uitweg in 2003 aanwijzingen gevonden voor bewoning uit de periode 4900–2850 voor Chr.2
Afzettingen van rivieren
In de gebieden die net buiten het bereik van de zee liggen stijgt het grondwater tot op maaiveldniveau. Hierdoor ontstaat er vegetatie, moerassen en bomen. Veel voorkomend is de Elzenboom. Deze boom is goed bestand tegen natte ondergrond en is tot in de Middeleeuwen veelvuldig aanwezig. Vermoedelijk gebeurde dit ongeveer rond 4350 voor Chr.3 Door de vegetatie ontstaat er veen. Dit is vooral in de latere ontginningsgebieden het geval.
In de periode erna wordt het landschap van Houten verder gevormd. Rivieren verplaatsen zich regelmatig en overstromingen zorgen voor hogere en lagere gedeelten. De Rijn ten zuiden van Houten verlegt zich rond -4300 voor Christus. Ze volgt een nieuwe route door Werkhoven die we nu nog in het landschap herkennen als de Werkhovense stroomrug. Onze regio ligt nu ten zuiden van de Rijn. Overstromingen komen voor rond 4079 (zeer groot) en rond 2770 voor Christus.
Eerste vaste bewoning
Vanaf 2249 voor Chr. verlegt de Rijn zich en stroomt door het huidige Houten en ’t Goy. De eerste vaste bewoners vestigen zich in het huidige Houten tijdens de Nieuwe Steentijd. Waarschijnlijk zijn ze afkomstig van de Utrechtse Heuvelrug (Doorn, Leersum, Amerongen). In Nederland is niet echt sprake van een Kopertijd, waardoor we in de Bronstijd uitkomen.
Jaar | Gebeurtenis |
---|---|
-6000 | Diverse overstromingen |
-4350 | Ontstaan vegetatie |
-4300 | Nieuwe route Rijn |
-4079 | Zeer grote overstroming |
-4000 | Bewoning langs De Wiersch |
-2270 | Grote overstroming |
-2200 | Verlegging Rijn door Houten |
-2200 | Eerste bewoningsporen |
Noten
- RAAP rapport 5749, Plangebied Bypass Marckenburgerwetering Schalkwijk – J.A. Wolzak (2022) ↩︎
- RAAP rapport 0949 (2003) ↩︎
- Transect-rapport 2029 – J.G.E. Melman MSc (2019) ↩︎
Deze pagina is gewijzigd op 26 december 2024