Zigeuners terroriseren Houten (1882)

Zondagavond 16 april 1882 vestigde een groep zigeuners zich net buiten het dorp. Ze slaan hun kamp op en steken een kampvuur aan. Wanneer het donker wordt geeft het vuur een spookachtig licht.

Bestuurders van paard en wagen die passeren stappen af en leiden het paard voorzichtig langs het vuur. De dieren zijn dit niet gewend, want openbaar vuur branden in de gemeente Houten is volgens artikel 37 van het politiereglement niet toegestaan. Vanwege brandgevaar zijn er strenge regels in Houten, maar de zigeuners trekken er zich niets van aan.

Maandagochtend trekt de groep zigeuners verder en rijden ze het dorp binnen. Ze hebben pech met een wiel van een wagen. Terwijl deze wordt gerepareerd, vermaakt een deel van de groep zich in het dorp. Zo wordt bij een stoffenwinkel twee el Fries bont besteld. Daarna wordt er met 1 cent betaald, hetgeen veel te weinig is. Maar de winkeleigenaar durft er niets van te zeggen.

Bij een café worden door een zigeunerin drie borrels klare jenever achterover geslagen. Ook zij betaalt 1 cent. Bij een oude wagenmaker ziet een van de vrouwelijke bezoekers een pijp liggen en een zak tabak. Zij stopt de pijp en loopt er dampend mee weg.

Een andere winkelier krijgt te maken met het binnendringen van een zigeuner tot in de keuken van de winkel. Die verlangde kleding en koek. Met een hand bruidsuikers wist men de persoon uit het privévertrek te krijgen.

De Wijksche Courant die hierover berichtte, meldt dat de politie van Houten machteloos stond tegen een dergelijke groep, omdat de politie slechts uit één persoon bestaat. Het commentaar van de krant is helder. Inwoners van de gemeente worden bestraft of beboet bij overtredingen en deze zigeuners lijken boven de wet te staan. Vooral de inwoners op het platteland hebben last en schade van het gedrag, schrijft de krant.

Deze pagina is gewijzigd op 14 juli 2024