Inhoud
Al in 9000 voor Christus was sprake van een vlechtende riviermassa ten zuiden van Houten, die het water van de Rijn afvoerde. In 2750 voor Christus verminderde de afvoer van het water via deze rivier, waarna deze langzaam verdween of deels overging in De Maas.1
Ontstaan Lek
Vanaf 200 voor Christus wordt de eerste aanzet voor de Lek gegeven. Het is een kleine zijrivier die zich ter hoogte van Rijswijk (Gelderland) afsplitst van de Rijn. De Rijn loopt dat via Wijk bij Duurstede en Odijk naar Utrecht. De rivier de Lek laat vanaf het begin van de jaartelling sediment achter.2
Vanaf de Laat Romeinse Tijd komen steeds vaker overstromingen voor en de bewoners van het huidige Schalkwijk verlaten de streek. Op de Vuijlcop- en Hoonstroomrug wordt nieuwe klei afgezet.
Lek wordt actiever
In de Vroege Middeleeuwen stroomt de Lek vanaf Dorestad naar Honswijk. Ten zuiden van Hagestein langs, stroomt de rivier naar Vreeswijk, om via de Hollandse IJssel langs Montfoort naar zee te stromen. De Lek is de grens van de Friezen die vanuit de Hollandse kust waren opgerukt naar het oosten, waarbij Lake grensscheiding zou betekenen.3 Indien dit waar is, betekent het dat de naam Lake en Lek pas sinds de 7e eeuw in gebruik is voor deze rivier.

Vanaf ongeveer het jaar 800 stroomt de rivier ook langs Tull en ’t Waal, maar de hoofdstroom loopt nog wel ten zuiden van Hagestein. Ook lijkt er een nieuwe riviertak te zijn vanaf Vianen naar de Noordzee. Deze stroom volgt een oude rivierbedding.4
Het breder worden van de Lek en het smaller worden van de Rijn is een geleidelijk proces. Soms helpen stormvloeden daarbij. Zo zette een stormvloed in 838 het hele gebied tussen Utrecht en Leiden onder water.5 Dit proces betekent het begin van het verval van Dorestad.
Dijken en dammen
Rond 900 wordt de rivierstroom ten zuiden van Hagestein afgedamd. Al het Lekwater stroomt nu langs Tull en ’t Waal. De Hollandse IJssel krijgt ook minder water te verwerken, omdat het water makkelijker langs Lexmond en Schoonhoven stroomt. Vanaf 1080 worden langs de Lek voorkades aangelegd en wat later serieuze dijken. Het lijkt erop dat op enige afstand van de voorkades later een nieuwe kade is gelegd, die rond 1150 is uitgegroeid tot de huidige dijk van 33 kilometer lang.6
Het zijn belangrijke activiteiten om ontginningen mogelijk te maken. De dijken die rond 1140 gereed zijn, zorgen er voor dat de rivier zich niet meer kan verplaatsen. Het beheer komt in de 14e eeuw in handen van het Hoogheemraadschap Lekdijk Bovendams.

Oversteken
Wanneer de eerste veerboot verschijnt is niet precies bekend. Voorlopig lijkt het erop dat dit rond 1250 gebeurde. In 1304 speelt de Lek een rol wanneer Vlaamse bondgenoten om het leven komen bij de veerboot ter hoogte van Beusichem.
De eerste brug over de Lek wordt in 1405 gebouwd. Het is een tijdelijke brug bij Honswijk, waarmee soldaten uit Het Sticht naar de overkant trekken en de kastelen Hagestein en Everstein aanvallen. De spoorbrug bij Culemborg is de volgende brug. De bouw start in 1866 en is een indrukwekkende prestatie.

Dijkdoorbraak
In het jaar 1233 breekt de Lekdijk door. Grote overstromingen waarbij het water tot in Amsterdam en Leiden komt zijn het gevolg. Het zou nog een aantal keer gebeuren. Een overzicht van alle dijkdoorbraken is hier te vinden. In 1421 krijgt na de Sint Elisabethvloed de Waal meer afvoer te verwerken en wordt de Lek minder gevaarlijk.7
De Lek bevriest regelmatig. Zeker tijdens de Kleine IJstijd is dat het geval. Wanneer de dooi intrad, ontstond de kans op dijkdoorbraak. De laatste keer dat de Lek bevroor was in 1996.
Stuw Hagestein
In 1958 wordt ter hoogte van Tull en ’t Waal een stuw in de Lek gebouwd. Deze staat bekend als de stuw van Hagestein en maakt onderdeel uit van een systeem van drie stuwen. De andere twee liggen bij Amerongen en Driel. Het stuw wordt gerealiseerd door de bocht af te snijden via een kanaal. De steenfabriek Ossenwaard dat aan Hagensteinse zijde lag, komt dan midden op de Lek te liggen.
Door de drie stuwen in de Lek te sluiten, kan de waterstand in de IJssel worden geregeld. Bovendien blijft het IJsselmeer dan het hele jaar door voorzien van zoet water, zodat Noord-Nederland niet zonder hoeft te zitten.
Ten oosten van de stuw bij Hagestein is de waterstand in de Lek 3 meter NAP. Ten westen van de stuw schommelt deze tussen de 0,4 en 1,4 meter NAP. Hier in het uiterste westen van de gemeente Houten is het effect van het getij merkbaar.

Noten
- Atlas van Nederland in het Holoceen – H. Weerts, J. Bazelmans en M. v.d. Meulen (2011) ↩︎
- Channel belts in the Rhine-Meuse delta – Berendsen & Stouthamer (2001) ↩︎
- Utrechtsch Nieuwsblad – 5 januari 1935, pagina 10 ↩︎
- Channel belts in the Rhine-Meuse delta – Berendsen & Stouthamer (2001) ↩︎
- Duizend jaar weer, wind en water in de lage landen, deel 1 – J. Buisman ↩︎
- De Lekdijk doorsnijdt de ontginningskavels stelt Dekker (1983). Daarmee ligt de Lekdijk dus niet op de plek van de eerste voorkades. ↩︎
- Duizend jaar weer, wind en water in de lage landen, deel 2 – J. Buisman ↩︎
Deze pagina is gewijzigd op 25 februari 2025